De annexatie van de Krim door Rusland

Het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en de belangrijke rol van Leonid Kravtsjoek daarin
Tot 1989 bestaat de Sovjet-Unie uit de RSFSR (“Rusland”) en een aantal satellietlanden. Maar eind 1989 maken Hongarije en de DDR zich los van de Sovjet-Unie. In het voorjaar van 1990 worden er op aanbeveling van Gorbatsjov in de 15 deelrepublieken van de RSFSR vrije verkiezingen gehouden. In zes hiervan verliezen de communisten van nationalistische partijen en deze verklaren zich onafhankelijk. In juni 1991 wordt Jeltsin president van de RSFSR en hij verklaart ook de RSFSR onafhankelijk.
        Op 24 augustus 1991 roept ook het parlement van Oekraïne de onafhankelijkheid uit en bij een referendum op 1 december kiest vrijwel de gehele bevolking voor onafhankelijkheid (ook in de Donbas-regio en de Krim). Er wordt een nieuwe grondwet opgesteld en de voorzitter van het parlement Leonid Kravtsjoek wordt gekozen tot president. Op 8 december komen de presidenten Jeltsin (“Rusland”), Kravtsjoek (Oekraïne) en Sjoesjkevitsj (Wit-Rusland) achter de rug van Gorbatsjov om in een datsja bijeen en sluiten daar een akkoord waarbij de Sovjet-Unie wordt vervangen door het GOS (Gemenebest van Onafhankelijke Staten). Op 21 december sluiten acht andere landen zich hierbij aan, Minsk wordt de zetel van het GOS en voortaan spreekt men van het “akkoord van Minsk”. Omdat de Sovjet-Unie nu niet meer bestaat treedt Gorbatsjov op 25 december af. Kravtsjoek is wel min of meer pro-Russisch, maar ijvert ervoor dat de GOS geen tweede Sovjet-Unie wordt, maar een los verband van onafhankelijke staten.

De (nationalistisch gezinde) periode van Leonid Kravtsjoek: 1991-94
Na de onafhankelijkheidsverklaring heeft Oekraïne een eigen buitenlands beleid. Rusland wil een GOS onder leiding van Rusland, Oekraïne wil onafhankelijk blijven. Problemen vormen het vroegere Sovjetleger en het kernarsenaal.
        Maar het moeilijkste probleem vormt de Krim, waar de meerderheid van de bevolking Russisch is (in 2001 58%) en waar in de havenstad Sebastopol de Russische Middellandse Zeevloot is gestationeerd. Bij een referendum in januari 1991 spreekt de meerderheid van de bevolking zich uit voor de vorming van een autonome Krimrepubliek binnen de Sovjet-Unie. Maar wanneer in augustus 1991 Oekraïne de onafhankelijkheid uitroept blijft het de Krim als een eigen provincie beschouwen, hetgeen door een groot deel van de bevolking van de Krim niet wordt gewaardeerd. In 1992 krijgt dit de meerderheid in het regionale parlement en roept op 5 mei de onafhankelijkheid uit. Op 6 mei krijgt de nieuwe Krimrepubliek een eigen grondwet. Maar de separatisten krijgen onvoldoende steun van Jeltsin en zij moeten genoegen nemen met een autonome status van de Krim binnen Oekraïne en moeten hun grondwet aanpassen.
        Een belangrijk streven van het beleid van Kravtsjoek is het verwezenlijken van een eigen, nationale, Oekraïense identiteit. Niet alleen de Oekraïens sprekenden, maar àlle inwoners van Oekraïne moeten hierbij worden betrokken (dus bijvoorbeeld ook de inwoners van de Krim). Het Oekraïens werd de officiële taal. De regering bevordert in 1992 ook het ontstaan van de Oekraïens Orthodoxe Kerk met Patriarchaat in Kiev (dus niet meer in Moskou). Een extra probleem vormt het feit dat in de eerste helft van de jaren negentig bijna een kwart miljoen vroeger verbannen (islamitische) Krim-Tartaren terugkeren en zich als gediscrimineerd beschouwen.
        Na het afzweren van het communisme wordt ook in Oekraïne een vrijemarkteconomie ingevoerd. De privatisering gaat gepaard met dezelfde problemen als in Rusland onder het bestuur van Jeltsin en evenals daar ontstaat er in Oekraïne door vriendjespolitiek een groot aantal schatrijke oligarchen. De optimistische verwachtingen, die er mede toe hadden geleid dat het land zich zo zelfstandig had opgesteld tegenover Rusland, waren niet bewaarheid. De economie stortte in.

De (Russisch gezinde) periode van Leonid Koetsjma: 1994-2005
Bij de presidentsverkiezingen in 1994 wordt Kravtsjoek verslagen door Leonid Koetsjma. Hij heeft campagne gevoerd met een programma van economische hervorming en versterking van de band met Rusland, maar eenmaal aan de macht zet hij de nationalistische politiek voort. Hij tracht van zowel Rusland als het westen te profiteren. Sluit verdrag met de NAVO voor oefeningen en wil op den duur EU-lid worden. Maar sluit ook een verdrag van vriendschap en samenwerking met Rusland. De Zwarte Zeevloot wordt opgesplitst: 4/5 Rusland, 1/5 Oekraïne. Sluit verder een 20-jarig contract voor Sebastopol. Verklaart de lokale grondwet van de Krim nietig en heft het ambt van president van de Krim op.
        In november 1999 wordt Koetsjma herkozen en in zijn tweede termijn treedt economisch herstel in. Hij benoemt de fatsoenlijke functionaris en tevens radicale hervormer Viktor Joestsjenko (herkenbaar aan zijn door een vergiftigingspoging beschadigde gezicht) als premier en Joelia Tymosjenko (herkenbaar aan haar Oekraïense vlecht) als vice-premier. Maar ondanks de economische groei verloopt de samenwerking tussen president Koetsjma plus zijn kring van oligarchen en deze twee politici zeer moeizaam. Koetsjma’s bestuur wordt steeds autoritairder. In januari 2001 wordt Julija Tymosjenko ontslagen en later in dit jaar ook premier Joestsjenko. Dit alles drijft Koetsjma in de armen van Rusland en in 2003 kondigt hij toetreding van Oekraïne aan tot de in 2000 opgerichte en door Rusland gedomineerde Euraziatische Economische Gemeenschap.

De oranjerevolutie en de (westers gezinde) periode van Viktor Joestsjenko: 2005-2010
In 2004 zijn er weer presidentsverkiezingen. De kandidaten zijn Viktor Janoekovitsj (ex-gouverneur Donetsjk, aanhanger Koetsjma, Russisch gezind) en Viktor Joestsjenko (democratisch, westers gezind). In september 2004 wordt er een poging gedaan om hem te vergiftigen, hetgeen hem een blijvend beschadigd gezicht oplevert. Janoekovitsj wint met kleine meerderheid, maar er is in zijn voordeel gefraudeerd. Er komen betogingen op het Maidanplein in Kiev en elders in het land (de Oranjerevolutie). Betogers krijgen de steun van de OVSE. Er komen nieuwe verkiezingen: Joetsjenko 52% en Janoekovitsj 44%.
        Op 23 januari 2005 wordt Joestsjenko president en op 24 januari wordt Joelija Tymosjenko premier. Zij neemt echter (ook volgens buitenstaanders) onverantwoorde besluiten en wordt ontslagen. Mede door onenigheid in het oranje-kamp groeit de populariteit van de verliezer Janoekovitsj (met zijn Partij van de Regio’s) en bij de parlementsverkiezingen van maart 2006 krijgt hij zoveel steun dat hij in augustus (opnieuw) premier wordt. In september 2007 worden er echter (vervroegde) parlementsverkiezingen gehouden en Joelija Tymosjenko wordt opnieuw premier.
        Begin januari 2005 verhoogt Rusland (geïrriteerd door de oranjeregering) de gasprijs van 50 naar 230 dollar/m3. Oekraïne weigert te betalen en Rusland (Gazprom) draait de gaskraan dicht. Er komt een voorlopig compromis. Begin 2009 ontstaan er opnieuw problemen en als gevolg daarvan sluiten Poetin en toenmalig premier Joeija Tymosjenko een tienjarig contract.
        Al met al is hiermee de zo optimistisch begonnen oranjerevolutie mislukt. Joestsjenko heeft zijn beloften niet waar kunnen maken. In 2009 is er een economische krimp van 15%. Een lening van het IMF biedt nog enig soelaas.

De (Russisch gezinde) periode van Viktor Janoekovitsj: 2010-2014
Bij de presidentsverkiezingen begin 2010 verslaat Janoekovitsj met zijn Partij van de Regio’s Joelia Timosjenko en wordt president. Hij laat zich niet inzegenen door Filaret (Orthodoxe kerk Patriarchaat Kiev), maar door Kirill (Orthodoxe Kerk Patriarchaat Moskou). In maart 2010 wordt rivale Joelija Tymosjenko van corruptie beschuldig en moet aftreden. Er volgen juridische processen die door velen als politieke gemotiveerd worden gezien en zij krijgt zeven jaar gevangenisstraf. In april 2010 wordt een contract met Rusland gesloten voor verlenging van de huur van de vlootbasis Sebasopol tot 2042 in ruil voor 30% korting op de gasprijs. In 2012 wordt Russisch de tweede staatstaal.
        In oktober 2012 zijn er weer parlementsverkiezingen. Janoekovitsj (Partij van de Regio’s) staat tegenover het verenigd oppositieblok “Vaderland” van Joelija Tomosjenko (die omdat zij in de gevangenis zit wordt vervangen door Arseni Jatsenjoek). Janoekovitsj wint en vormt begin 2013 een nieuwe regering. Hij omringt zich steeds meer met een eigen kring van mensen, de “familie”, die steeds rijker wordt. De economie krimpt en de Oekraïense regering vraagt 15 miljard dollar van het IMF, maar dat eist daarvoor zeer ingrijpende hervormingen, waaronder zeer impopulaire, zoals verhoging van de pensioenleeftijd en verhoging van de door de staat gesubsidieerde gasprijs. In Oekraïne is de gasprijs door de tienjarige deal van Joelija Timosjenko hoger dan in de Europese landen en zij krijgt daarvan de schuld. In 2013 worden er contracten met Shell en Chevron gesloten voor schaliegasexploitatie.
        In 2013 begint de crisis rond het associatieverdrag met de EU. Dit verdrag is lang voorbereid en na herhaald uitstel zal het worden ondertekend op de Europese top van het Oostelijk Partnerschap op 21 november 2013 in Vilnius. Marc Jansen schrijft in zijn boek over Oekraïne: “Maanden eerder al had de Oekraïense regering het formele besluit genomen het vrijhandelsverdrag daar te zullen tekenen; vanaf dat moment hadden Janoekovytsj en zijn entourage de Europese integratie in alle toonaarden aangeprezen”. Maar op 21 november 2013 wil Janoekovytsj het verdrag opschorten en weigert het te ondertekenen. De precieze redenen hiervoor zijn gecompliceerd en moeilijk te achterhalen.

De Euromaidan en de (westers gezinde) periode van Porosjenko: 2014-heden
Dit leidt tot hevig protest bij de Oekraïense bevolking en op 24 november 2013 vindt op het Onafhankelijkheidsplein in Kiev een grote demonstratie plaats en in andere steden werden soortgelijke demonstraties gehouden. Op 30 november wordt in Kiev een demonstratie door de oproerpolitie hardhandig uit elkaar geslagen, hetgeen leidt tot de grootste demonstratie van alle op 1 december op het Onafhankelijksplein in Kiev, dat nu wordt omgedoopt tot “Euro-Maidan”. Janoekovitsj neemt drastische wetten aan. Op 18 februari 2014 krijgt de oproerpolitie de opdracht Maidan te bestormen, waarbij waarschijnlijk meer dan 25 doden vallen. Opmerkelijk is dat op 21 februari de EU-politici Hans van Baalen en Guy Verhofstadt actief deelnemen aan de demonstraties op het Maidan-plein. Mede als reactie op het optreden van de oproerpolitie kiezen de parlementsleden nu massaal partij tegen Janoekovitsj en op 22 februari wordt hij met 328 tegen 0 stemmen afgezet. Op 27 februari wordt Arseni Jatsenjoek gekozen tot premier en onder zijn leiding wordt een (pro-EU) regering gevormd.
        Maar de nieuwe regering wordt niet overal in het land erkend. Op de Krim vindt op 23 februari in Sebastopol een betoging plaats van 30 000 mensen. Bij een referendum op 16 maart is 96% voor aansluiting bij Rusland. Op 18 maart wordt de Krim officieel bij Rusland gevoegd.
        Bij de presidentsverkiezingen op 25 mei 2014 wordt Petro Porosjenko met een meerderheid van 55% gekozen tot president. Op 27 juni 2014 wordt het associatieverdrag door hem in Brussel ondertekend. Hierna wordt de politieke spanning nog verhoogd doordat op 17 juli vlucht MH17 van Malaysia Airlines, op weg van Schiphol naar Kuala Lumpur, boven Oost-Oekraïne wordt neergeschoten. Alle 298 inzittenden kwamen om, waaronder 193 Nederlanders. Dit leidt tot heftige wederzijdse beschuldigingen en de door deze gebeurtenis opgeroepen emoties worden door de westerse politici maximaal uitgebuit.

De bemoeienis van de VS en de EU
Welke rol speelden de VS en de EU in dit alles? Aanvankelijk interesseert het westen zich weinig voor Oekraïne, maar halverwege de jaren 90 ontdekt president Bill Clinton het belang van een zelfstandig Oekraïne om te voorkomen dat Rusland weer een machtige imperiale staat wordt. Als gevolg hiervan krijgt Oekraïne veel Amerikaanse financiële steun.
        In deze tijd is de EU zeer actief bezig zich uit te breiden: in 1995 treden Finland, Zweden en Oostenrijk toe en in 2004 Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Cyprus en Malta. In 2007 volgen Bulgarije en Roemenië. De EU begint nu ook zijn oog te laten vallen op Oekraïne en op 6 oktober 2005, het jaar van de oranjerevolutie, maakt Barroso bij een bezoek aan Kiev toespelingen op toetreding van Oekraïne tot de EU. Vanaf 2008 begint de EU serieus te werken aan een associatieverdrag en dit is in 2012 klaar. Het is de bedoeling dat dit op de top van het Oostelijk Partnerschap eind november 2012 in Vilnius zal worden ondertekend.
        Er wordt dus zowel door de EU als door Rusland aan Oekraïne getrokken. De EU onder andere door de oprichting van het Oostelijk Partnerschap in 2009 (bedoeld voor de ex-communistische landen die geen EU-lid zijn) en later het aanbieden van een associatieverdrag met de EU. Rusland trekt aan Oekraïne door de oprichting van een douane-unie in 2010 en aansluitend daarbij het oprichten van de Euraziatische Economische Unie (EEU) in 2011 (geplande ingangsdatum 2015). In april 2011 tracht Rusland Oekraïne over te halen zich bij deze douane-unie aan te sluiten met het aanbod in het vervolg gas te leveren tegen de lage, binnenlandse Russische prijs. Opgemerkt moet worden dat de EEU, anders dan de EU, een zuiver handelsverdrag is zonder politieke of militaire bepalingen.
        Er blijft een belangrijke vraag over. Janoekovitsj was een warm voorstander van het associatieverdrag totdat hij het eind november 2013 plotseling wilde opschorten. Wat heeft hem van mening doen veranderen? Was het de westerse eis om Joelija Timosjenko vrij te laten? Was het een pressiemiddel om de gevraagde subsidie van 15 miljard dollar van het IMF binnen te halen? Gebeurde het onder druk van Rusland? Maar waarom zou Rusland zoveel druk uitoefenen?
        Het is aannemelijk dat een gedeeltelijke verklaring hierin ligt dat er in de maanden vóór november 2013 telkens door de EU en de NAVO nieuwe bepalingen werden toegevoegd waardoor het oorspronkelijke handelsverdrag veranderde in een bijna militair pakt. Zo verplicht artikel 5 tot “regelmatige bijeenkomsten van hoge ambtenaren en militaire deskundigen” en artikel 10 tot deelname aan de militaire oefeningen van de EU (en die vinden dan weer plaats in nauwe samenwerking met de NAVO). Hierdoor zou Oekraïne kunnen veranderen in een vooruitgeschoven gebied van de NAVO (en de Russische marinehaven Sebastopol in handen vallen van de NAVO). Het is aannemelijk dat Janoekovitsj dit zèlf niet wilde en Rusland wilde dit natuurlijk nog minder.